Het is nog niet zo lang geleden dat de laatste in het Frans opgestelde wet verdween uit de Nederlandse wetboeken. Namelijk in 2003, toen de Mijnwet uit 1810 werd vervangen door een eigentijdse, Nederlandstalige variant. In het parlement was tot het begin van de negentiende eeuw het Frans de voertaal.
De Nederlandse elite heeft deze gewoonte nog decennia lang volgehouden. Het stond niet alleen heel chique, het voordeel was ook dat het gewone volk – waaronder het huispersoneel – niet kon verstaan wat er werd gezegd.
In het begin van de eenentwintigste eeuw lachen we misschien om deze gewoonte van toen. En toch is het niet geheel uit onze samenleving verdwenen. Bij de overheid en tal van (maatschappelijke) organisaties is het nog de gewoonte om rapporten, beleidsstukken en overige werkproza op te stellen in ‘moeilijke taal’, met veel jargon en woorden die veel mensen niet zullen begrijpen.

Met andere woorden:
Regels voor financieel beheer.
Om te kunnen weten of het geld op een goede manier is gebruikt, moeten we eerst weten aan welke regels dit gebruik moet voldoen. Dit overzicht van regels voor het uitgeven van het geld noemen we het ‘normenkader’. Er zijn twee soorten regels voor het beheer van het geld: regels die door de gemeente zelf zijn opgesteld en regels die anderen hebben opgelegd aan de gemeente, zoals de Rijksoverheid of de Provincie. De regels van de gemeente zelf zijn te vinden in verordeningen (plaatselijke wetten) en in besluiten van de gemeenteraad. Deze regels zijn opgesteld zoals de Rijksoverheid en de Provincie dit willen voor alle gemeenten. (BBV: Besluit Begroting en Verantwoording)
Het voorbeeld hierboven is willekeurig gekozen. Voor wat betreft de inhoud staat hier twee keer hetzelfde. Toch zullen veel mensen bij de eerste versie de wenkbrauwen fronsen, terwijl de ‘vertaling’ voor veel lezers een stuk duidelijker zal zijn.
Schrijven met veel jargon en woorden die niet voorkomen in de spreektaal is voor veel mensen een gewoonte die hoort bij ‘het werk’. En het verhult misschien ook een beetje dat ze eigenlijk ook niet precies weten wat ze nou willen zeggen. Maar voor mensen die zich willen inlezen in het reilen en zeilen bij een gemeente, of maatschappelijke instelling, is er vaak geen beginnen aan. Want zoals gezegd: niet alleen de overheid, maar ook instellingen kunnen er soms wat van.

Moeilijke taal en het gebruik van veel jargon is uiteraard geen probleem als teksten alleen intern worden gebruikt, of alleen binnen dezelfde beroepsgroep. Maar overheid en instellingen die graag transparant willen zijn voor het bredere publiek, zullen in begrijpelijke taal moeten schrijven. Zo ook als zij door iedereen begrepen willen worden, zoals bovenstaande foto illustreert.
Dit kan ik voor u doen.
Hier kan ik u mee helpen. Ik kan alle teksten op uw website, maar ook al uw standaardbrieven herschrijven, zodat er inhoudelijk hetzelfde staat, maar dan wel begrijpelijk voor de lezer.
Neem nu contact op via e-mail, app of telefoon, dan praten we verder!