“Arbeiders verenigt u” schreef de Duitse filosoof en communist Karl Marx in 1848, nu 175 jaar geleden. Hij gebruikte dit citaat voor het eerst in zijn pamflet “De Communistische Manifest”. In dit pamflet roept Marx de arbeidersklasse op om zich te verenigen tegen de kapitalistische klasse. Hij geloofde dat de arbeidersklasse alleen door zich te verenigen de onderdrukking door de kapitalistische klasse kon overwinnen.
Het socialisme ontstond in de 18e en 19e eeuw, als reactie op de Industriële Revolutie. De Industriële Revolutie leidde tot een toenemende ongelijkheid tussen arm en rijk, en tot slechte arbeidsomstandigheden voor de arbeidersklasse.
Hoewel sommige kenmerken van het socialisme nu ouderwets aandoen, zoals het collectief eigendom van productiemiddelen; fabrieken, grond en kapitaal, zijn de uitgangspunten ‘gelijkheid’ en ‘solidariteit’ allerminst achterhaald. Iedereen heeft gelijke rechten en kansen en mensen in de samenleving zijn solidair met elkaar en helpen elkaar.
We betalen allemaal mee aan onze wegen, ook als we geen auto rijden en we betalen allemaal mee aan de politie en hulpdiensten, ook als we ze niet zelf nodig hebben.
Na de oorlog van 1940 – 1945 is er dan ook een stevige verzorgingsstaat opgebouwd. Iedereen was verzorgd van de wieg tot het graf. En hoewel dat erg comfortabel was, was het ook soms knellend. Nederland was verzuild: je afkomst bepaalde waar je naar school ging, naar welke bakker in het dorp en naar welke omroep je luisterde. En van welke vakbond je lid was en van welke politieke partij.
Verschuiving van een collectieve naar een meer individualistische samenleving
Als reactie hierop deed vanaf de jaren 1980 het individualisme zijn intrede. Dit is onder meer te zien aan het toenemende aantal alleenstaanden, het afnemende aantal lidmaatschappen van verenigingen, vakbonden en politieke partijen en de toegenomen aandacht voor persoonlijke ontwikkeling.
In 1980 was 16% van de huishoudens in Nederland eenpersoonshuishoudens. In 2022 was dit percentage gestegen tot 35%. Dit betekent dat steeds meer mensen alleen wonen en minder afhankelijk zijn van anderen.
Diversiteit
De toename van het aantal verschillende gezinsvormen. In 1980 was het traditionele gezin met man, vrouw en kinderen de meest voorkomende gezinsvorm in Nederland. In 2022 is dit percentage gedaald tot 30%. Er zijn steeds meer andere gezinsvormen, zoals samengestelde gezinnen, homoseksuele gezinnen en alleenstaande ouders.
De politiek heeft het individualisme in Nederland aangejaagd op verschillende manieren. Ten eerste heeft de overheid de rol van de overheid in de samenleving teruggebracht. Dit heeft ertoe geleid dat mensen meer verantwoordelijkheid voor hun eigen leven dragen. Ten tweede heeft de overheid de marktwerking bevorderd. Dit heeft ertoe geleid dat mensen meer keuzes hebben en meer bepalen over hun eigen leven. Ten slotte heeft de overheid de rechten van het individu versterkt. Dit heeft ertoe geleid dat mensen meer vrijheid hebben om hun eigen leven vorm te geven.
De rol van de overheid
Tot de jaren 1980 was de overheid een grote speler in de samenleving. De overheid zorgde voor sociale zekerheid, onderwijs en gezondheidszorg. Sinds de jaren 1990 heeft de overheid zich terug getrokken. Dit is gebeurd door het privatiseren van overheidsdiensten, het afschaffen van subsidies en het beperken van de overheidsuitgaven.
Deze veranderingen hebben ertoe geleid dat mensen meer verantwoordelijkheid voor hun eigen leven moeten dragen. Mensen moeten zelf zorgen voor hun pensioen, hun zorgverzekering en hun scholing. Dit kan leiden tot een grotere behoefte aan zelfontplooiing en persoonlijke ontwikkeling.
De overheid heeft de individualisering verder aangejaagd door de marktwerking in te zetten als oplossing voor alle problemen. De economie, de volkshuisvesting, de zorg, het onderwijs, telecommunicatie, openbaar vervoer, energie en water zijn overgelaten aan de vrije markt. De overheid heeft de regelgeving voor bedrijven verminderd en de concurrentie tussen bedrijven bevorderd. Het idee was dat mensen moeten kunnen kiezen, zodat ze meer controle hebben over hun eigen leven.
En nu zijn we doorgeslagen
Eenzaamheid en isolatie. Het individualisme heeft bij veel mensen geleid tot eenzaamheid en het gevoel er alleen voor te staan. Het individualisme werkt goed voor mensen die sterk in hun schoenen staan en de wereld om hen heen makkelijk kunnen bijhouden. Maar het drijft alle andere mensen tot wanhoop: van jong tot oud zijn er grote groepen die niet mee kunnen doen.
Mensen zijn minder verbonden met anderen en voelen zich meer alleen. Dit kan leiden tot psychische problemen, zoals depressie en angst. Het individualisme heeft geleid tot verlies van gemeenschapszin. Mensen voelen zich minder verbonden met hun buurt en hun stad. Dit kan leiden tot een minder veilige en leefbare samenleving.
Het individualisme heeft geleid tot concurrentie en stress. Mensen moeten steeds harder vechten tegen werkgevers die hen uitbuiten en een minimaal loon betalen. Een overheid dat hen afknijpt, zoals in de toeslagenaffaire. En zelden leefden zoveel mensen in Nederland in armoede. Dit kan leiden tot overbelasting en een burn-out. Maar grote groepen zijn allang afgehaakt. Die zien dat de overheid er niet voor hen is en weten niet meer hoe ze moeten overleven tussen flexbanen en ingewikkelde instanties.
Fascisten
Fascisten als Wilders, Baudet en Van Haga c.s. ruiken hun kans en beloven dat ze opkomen voor de mensen. En dat hun ellendige leven de schuld is van buitenlanders, of anders gelovigen, of anders levenden. Dat mensen geholpen zullen worden als zij – PVV c.s. – het voor het zeggen krijgen en sommige bevolkingsgroepen het land uit kunnen zetten. Net als in 1933 – 1945, maar dát vertellen ze er niet bij!
Nog nooit heeft het fascisme ervoor gezorgd dat de bevolking het beter kreeg. In tegendeel: fascisme leidt altijd tot economische crises, oorlog, armoede en ellende.
‘Arbeiders verenigt u’
Net als in de tijd van Karl Marx 175 jaar geleden is er maar één uitweg: arbeiders, verenigt u. Of wat moderner: mensen, inwoners van Nederland, verenigt u.
Van D66 tot SP kunnen de ideeën variëren over hoeveel overheid je wil en hoeveel collectiviteit, maar daar komen we wel uit. We hebben nu één gezamenlijke uitdaging: het fascisme in Nederland stoppen.
Wordt lid van een politieke partij, vakbond of omroep. Sluit je aan bij anderen en neem ook de buren mee. Zorg voor elkaar. Ga naast elkaar staan. Spreek je uit, samen, en maak lawaai. En doe het samen. Want samen zijn we met meer, veel meer en kunnen we het opkomende fascisme een halt toeroepen.